Standpunt inkoopbeleid CZ

 in Nieuws

Naar aanleiding van het verschijnen van het inkoopbeleid van CZ is er rumoer ontstaan rondom nut en noodzaak van de PREM in verhouding tot het extra werk dat de afname ervan oplevert. Helaas worden op social media onjuiste boodschappen afgegeven over waar het Keurmerk voor staat rond dit item, wat de noodzaak tot het apart benoemen van ons standpunt rondom de PREMS vergroot.

Het is goed te benadrukken dat wij als Keurmerk op constructieve wijze met CZ in gesprek zijn over de gehele positie van de fysiotherapie in de Nederlandse gezondheidszorg. Het gebruik van de PREM is slechts een onderdeel van onze visie maar daarmee wel een onderdeel van het gesprek. Ons standpunt op hoofdlijnen:

  • Wij geloven in het beoordelen van de kwaliteit van de zorg op de uitkomst. Procesevaluaties dienen voor interne kwaliteitsverbetering, dus niet voor audits of andere wijzen van afrekenen. Als de uitkomst goed is hoef je geen verdere verantwoording af te leggen. Of zoals de Engelstaligen zo mooi zeggen ‘if it ain’t broke, don’t fix it’.
  • Het is voor het Keurmerk van het grootste belang betrouwbare data te verzamelen over uitkomsten van de zorg. Daarmee wordt heel veel administratief werk voorkomen.
  • Naast metingen van het gezondheidsprobleem zelf (pijn, activiteiten) vormen ook de ervaring van de patiënt een relevante factor in de uitkomsten van de zorg.
  • Als Keurmerk vinden wij het dus niet alleen normaal maar zelfs wenselijk om patiënt ervaring te meten, immers als uitkomsten van zorg geaccepteerd zijn als verantwoording voor wat we doen dan neemt de administratieve belasting af. Bovendien is het een veel eerlijker manier om verantwoording af te leggen en past het beter bij de belevingswereld van de patiënt dan dit te doen aan de hand van verslaglegging of andere procesindicatoren.

Echter:

  • Wij vinden het niet meer dan logisch dat je alleen kunt worden afgerekend op zaken waarop je een doorslaggevende invloed kunt uitoefenen. Fysiotherapeuten kunnen dus niet worden afgerekend op het responspercentage van de patiënten.
  • Wij vinden wel dat wij medeverantwoordelijk zijn om te zorgen dat het responspercentage van de PREM zo hoog mogelijk is. Over hoe dat het beste kan gebeuren zijn wij met CZ in gesprek.
  • De PREM is niet geschikt om mee te differentiëren, daarvoor is deze niet onderscheidend genoeg. Wel is dit meetinstrument geschikt om excessen te identificeren en kan daarom een deel vormen van afspraken over het meten van uitkomsten van zorg.
  • Het Keurmerk werkt mee aan het realiseren van de afspraken binnen het hoofdlijnenakkoord. De PREM is onderdeel van dit akkoord, afspraken vanuit de schrapsessies worden hierin meegenomen. Binnen dit akkoord is afgesproken niet eenzijdig te communiceren over de voortgang. Wij houden ons aan deze afspraak. Wat wij hier weergeven is ons eigen standpunt. Over de afspraken binnen het HLA communiceren we binnenkort in gezamenlijkheid.

Wij werken aan resultaat en we doen dat op een constructieve wijze. Daarom is het goed te zien dat de audits, waartegen zoveel weerstand was van fysiotherapeuten, nu in de contractering niet meer zijn opgenomen. Ook de plus contractering is nu in de vorm van de Keurmerk systematiek, met peer review en visitaties, en niet meer met de plus audits waarbij ook voor een groot deel naar dossiervorming en proces indicatoren werd gekeken.

Recente berichten